Lezingenmiddag: de Zeevolken, Zoetermeer
De instorting van een Bronstijdsysteem
De Zeevolken
In de vroege twaalfde eeuw v.Chr. ging de beschaving ten onder: de economische basis waarop de grote Bronstijdkoninkrijken rustten, stortte in. Althans, dat is het beeld. De werkelijkheid is genuanceerder.
Rond 1225 v.Chr. bestond de antieke wereld uit enkele machtige staten: Egypte, Babylonië, het opkomende Assyrië, de Hittiten in het huidige Turkije, de Mykeense cultuur in het westen. Daartussenin: kleine vazalstaatjes, zoals Cyprus, Byblos en Ugarit. Al met al een bloeiende beschaving, die een halve eeuw later ten onder was gegaan. Er waren klimaatproblemen, er was droogte, er was hongersnood, er was geweld. Mensen werden noodgedwongen migranten. We kennen ze als de ‘Zeevolken‘. Maar de beschaving bleek veerkrachtig, al maakte de rijke Bronstijd plaats voor de veel armere IJzertijd.
Deze gegeven staan ruwweg vast en het is extreem verleidelijk parallellen tussen toen en nu te zien. Maar het is zoiets als de desintegratie van het Romeinse Rijk: elke generatie projecteert er zijn eigen angsten op, schept zo een apocalyps naar keuze en verzint lessen voor het eigen heden. Dat is slechte wetenschap. Je kunt een fragmentarisch bekend verleden niet gebruiken om lessen te trekken voor een veel beter begrepen heden. Maar vooral: het is juist het fragmentarische van onze informatie, het is juist die puzzel die het verleden zo boeiend maakt.