In het voorjaar van 2020 ging Livius voor het eerst naar Tunesië, een land met een rijk verleden: Feniciërs (hier ook wel aangeduid als Puniërs), Numidiërs, een handvol Grieken, Romeinen, Byzantijnen, Arabieren, maar ook de Kruisvaarders, Ottomaanse Turken, Spanjaarden en Fransen – iedereen spoelde hier vroeg of laat wel aan. Vreemd is dat niet, want Tunesië ligt middenin het Middellandse Zeegebied en bood kansen voor handel tussen oost en west én van Afrika naar Italië.