In de vroege twaalfde eeuw v.Chr. ging de beschaving ten onder: de economische basis waarop de grote koninkrijken in het Nabije Oosten rustten, stortte in. Althans, dat is het beeld. De werkelijkheid is genuanceerder.
De antieke wereld in de Bronstijd rond 1225 v.Chr. bestond uit enkele machtige staten. Het was een bloeiende beschaving die echter een halve eeuw later ten onder was gegaan. Er waren klimaatproblemen, er was droogte, er was hongersnood en er was geweld. Mensen werden noodgedwongen migranten. We kennen ze als ‘De Zeevolken’. De beschaving bleek echter veerkrachtig, al maakte de rijke Bronstijd plaats voor de veel armere IJzertijd.
